Niets heerlijker dan een fijne feelgoodroman te lezen die je meeneemt naar een getijdeneiland, toch?
Klinkt als ‘De Kleine Bakkerij’ maar dan heel anders. Dit is een feelgood boek dat uit Duitsland komt en zich deels afspeelt in Mรผnchen en voor een groot deel in Bretagne, Frankrijk (al vinden de mensen daar dat ze niet echt bij Frankrijk horen, maar goed).
We volgen Sylvia, halverwege de dertig, zeer succesvol in het adviseren van bedrijven over de hele wereld en getrouwd met Holger die minstens even succesvol is als makelaar in huizen for the rich and famous. Ze wonen in een prachtig appartement in Mรผnchen en het geld klotst tegen de plinten. En dat is de pleister op Sylvia’s oude angst voor armoede. Ze groeide arm op en heeft hard gewerkt om haar bestaan op te bouwen, zodat ze zich nooit meer zorgen hoeft te maken om geld.
Het is een heerlijk boek om te lezen, met een echt feelgood einde dat je natuurlijk van verre ziet aankomen, maar dat maakt geen reet uit met dit soort boeken. Dit lees je juist om met een warm gevoel af te sluiten, zonder nare cliffhangers of getraumatiseerde hoofdpersonen (en lezers!). Tegelijkertijd neemt de schrijver je mee naar een prachtig stukje van de wereld, het camelia-eiland. Een (niet-bestaand, helaas) getijdeneiland in Bretagne.
Ben je net zoals ik en diept je verbeeldingskracht meteen het eiland, het huis, de kwekerij, het bankje in de tuin, de oude muren, de grindpaadjes en natuurlijk de toegangsweg die bij vloed overstroomt op, dan is dit puur genieten. Er is ook iets met een eiland, en in het bijzonder een getijdeneiland, als zich daar op een wonderlijk stukje aarde het verhaal afspeelt.
De auteur heeft veel aandacht besteed aan de omgeving waar ze haar hoofdpersonen hun avontuur laten beleven. Er is veel, maar niet overdreven veel, ruimte voor de gebruiken en gedragingen van het Bretonse mensen. Hier ga ik persoonlijk altijd wel goed op. Het getuigt van een bepaald respect en liefde voor de omgeving, en het helpt mij om me nog meer in te leven.
Afijn, hoe komt onze Sylvia dan toch in Bretagne terecht? Simpel, ze erft het eiland. Wait, whut? Yes, het bleek van haar tante te zijn die het haar heeft nagelaten. Of toch niet? Dat is iets voor later, maar het zorgt er wel voor dat ze eens in die uithoek gaat kijken. Voor ze het weet is ze niet alleen verliefd op het eiland en leert ze veel meer over haar familiegeschiedenis, maar er is ook een stel groenblauwe ogen dat haar ziel beroert (en meer dan dat).
Hoe zit het nou met die erfenis? Wat moet ze met het eiland? En wat voor plannen heeft Holger ermee, als makelaar? Wat vinden wij eigenlijk van Holger? Of zijn we team groenblauwe ogen?
Kortom: heerlijk boek. Aanrader. Lees het en warm jezelf aan dit verhaal. Ik ga op naar deel 2 ๐